Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

X (bv) heeft bij koopovereenkomst van 10 augustus 2011 alle aandelen in B (bv), een deelneming als bedoeld in artikel 13 Wet VpB 1969, verkocht aan E (bv) voor een bedrag van € 9.699.286. Op de leveringsdatum zijn verkoper en koper een overeenkomst van geldlening (achtergesteld) aangegaan voor een bedrag van € 2.250.000. Direct na de overdracht van de aandelen in B heeft X 10% van de aandelen in E verworven. Op 20 juli 2012 zijn X en haar enig aandeelhouder aansprakelijk gesteld door B en E. Zij claimen een schadevergoeding vanwege schending van de afgegeven garantie. X heeft de claim betwist. Ter beslechting van de geschillen hebben partijen op 28 november 2012 een vaststellingsovereenkomst (vso) gesloten. Als gevolg van de vso zal van de vordering van X op E een bedrag van € 486.755 onbetaald blijven.

In geschil is of de kwijtschelding van de vordering op E ten bedrage van € 486.755 ten laste van de winst kan worden gebracht (standpunt X) of moet worden aangemerkt als een aanpassing van de prijs waartegen is vervreemd in de zin van artikel 13, lid 6, Wet VpB 1969 (standpunt Inspecteur).

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat uit de bewoordingen van de gelijktijdig gesloten koopovereenkomst en overeenkomst van achtergestelde geldlening volgt dat de onderhavige vordering voortvloeit uit de koopovereenkomst en daarom gezien moet worden als tegenprestatie bij de vervreemding van de deelneming. Gelet hierop en met inachtneming van r.o. 2.4.2 van het arrest van 29 juni 2018 (17/03220, ECLI:NL:HR:2018:1019, NLF 2018/1482, met noot van Bobeldijk), dient de vordering te worden aangemerkt als onderdeel van de prijs in de zin van artikel 13, lid 6, Wet VpB 1969. Hiervan uitgaande dient de kwijtschelding van (een deel van) de vordering zoals overeengekomen in de vso aangemerkt te worden als aanpassing van de prijs in de zin van artikel 13, lid 6, tweede volzin, Wet VpB 1969.

De Inspecteur heeft het kwijtscheldingsverlies terecht gecorrigeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
26 november 2018
Rolnummer
16/2261
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2018:10152
NLF-nummer
NLF 2018/2664
Aflevering
20 december 2018
bwbr0002672&artikel=13&lid=6,bwbr0002672&artikel=13&lid=6

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid