Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was betrokken bij een drugslaboratorium en is hiervoor onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld.

De Inspecteur heeft naar aanleiding van een verzoek daartoe het proces-verbaal van het strafrechtelijk onderzoek met betrekking tot het drugslaboratorium, genaamd ‘Tensas’ en gedagtekend 4 maart 2020, ontvangen.

Op 30 april 2020 heeft de Inspecteur een aangifte IB/PVV 2019 van X ontvangen. X was niet uitgenodigd tot het doen van aangifte. De aangifte vermeldt een inkomen uit werk en woning van € 14.556 (Wajong-uitkering) en het verzamelinkomen is eveneens € 14.556. De aanslag is met dagtekening 6 juni 2020 overeenkomstig de aangifte opgelegd.

Aan de hand van het onderzoek Tensas is de aangifte later onderzocht en is aan X een navorderingsaanslag IB/PVV 2019 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 986.506.

Tussen partijen is niet in geschil dat de Inspecteur beschikte over de onderzoeksresultaten op het moment dat de primitieve aanslag werd opgelegd en dus redelijkerwijs bekend was met mogelijke inkomsten uit het drugslaboratorium.

Dit staat aan navordering in de weg, oordeelt Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Op X rustte geen wettelijke verplichting om gegevens te verstrekken aan de Inspecteur omdat hij niet was uitgenodigd om aangifte te doen. Van kwade trouw, zoals de Inspecteur betoogt, kan dan geen sprake zijn. De navorderingsaanslag is onbevoegd opgelegd en wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
8 mei 2024
Rolnummer
22/2801; 22/2802
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3041
NLF-nummer
NLF 2024/1205
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina