Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) houdt zich bezig met de invoer en verkoop van diverse producten voor de menselijke consumptie, waaronder vitaminepreparaten.

In geschil is of een bepaald product, te weten een potje met 300 tabletten met een hoog vitamine C-gehalte, moet worden ingedeeld als een voedingssupplement in GN-post 2106 of als geneesmiddel in GN-post 3004.

De therapeutische of profylactische werking van het onderhavige product staat niet vermeld op de verpakking en ook niet op een bijgevoegde bijsluiter.

Gelet op het arrest Glob-Sped AG van het HvJ (C-328/97, ECLI:EU:C:1998:601) ziet Rechtbank Noord-Holland echter voldoende grond te oordelen dat het onderhavige product moet worden ingedeeld in GN-post 3004. In dat arrest heeft het HvJ immers kunnen oordelen, aan de hand van de vaststellingen van de verwijzende rechter, dat vitamine C-bruistabletten en kauwtabletten met een vitamine C-gehalte van 1000 respectievelijk 500 mg nauwkeurig omschreven therapeutische of profylactische kenmerken hebben en dus moeten worden ingedeeld in GN-post 3004. Dat X het product blijkens de verpakking als voedingssupplement in de handel heeft gebracht, doet hier niet aan af.

Het beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
15 maart 2024
Rolnummer
21/6599
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:3615
NLF-nummer
NLF 2024/1122
Aflevering
7 mei 2024

Naar de bovenkant van de pagina