Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) voor de jaren 2010 tot en met 2016 aanslagen aanslagen IB/PVV en Zvw opgelegd en bij daartoe strekkende beschikkingen heffingsrente of belastingrente vergoed of in rekening gebracht.

Bij Rechtbank Noord-Holland voert X diverse grieven aan tegen deze aanslagen en claimt hij diverse aftrekposten.

De Rechtbank oordeelt dat de Inspecteur terecht enkele aftrekposten niet heeft geaccepteerd, zoals kosten voor levensonderhoud van kinderen, aangezien X deze niet goed heeft onderbouwd. De Rechtbank oordeelt dat de geclaimde partneralimentatie wel aftrekbaar is, zelfs tijdens de periode dat de ex-echtgenote bij X woonde, omdat er geen gemeenschappelijke huishouding was.

Daarnaast oordeelt de Rechtbank dat X voor de jaren 2013 tot en met 2016 recht heeft op de alleenstaande-ouderenkorting, maar niet voor de jaren 2011 en 2012.

De Rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2010, 2013, 2014, 2015, en 2016 moeten worden verlaagd.

Het beroep van X met betrekking tot de Zvw-aanslagen wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2010 t/m 2016
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
12 maart 2024
Rolnummer
22/5284; 22/5348; 22/5410; 22/5414; 22/5417; 22/5419; 22/5421; 22/5426; 22/5428; 22/5429
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:7396
NLF-nummer
NLF 2024/2014
Aflevering
10 september 2024
bwbr0011353&artikel=6.3,bwbr0011353&artikel=6.3,bwbr0011353&artikel=6.4,bwbr0011353&artikel=6.4

Naar de bovenkant van de pagina