Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak heeft X (belanghebbende) ter zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden nader gesteld dat de toezendplicht van artikel 40, lid 2, Wet WOZ is geschonden omdat de volgende gegevens niet tijdens de bezwaarfase zijn verstrekt: (i) de KOUDV-correcties, (ii) de KOUDV-factoren behoudens de gegevens inzake het onderhoud en de voorzieningen, en (iii) de onderbouwing van de verstrekte indexeringspercentages.

De Heffingsambtenaar heeft ter zitting van het Hof onweersproken gesteld dat X tijdens het hoorgesprek is geïnformeerd over de wijze waarop de beschikte waarde is vastgesteld.

Het Hof acht aannemelijk dat de Heffingsambtenaar destijds inzake (i) de KOUDV-correcties niet over gegevens als bedoeld in artikel 40, lid 2, Wet WOZ beschikte. De kennis en ervaring van een taxateur valt naar het oordeel van het Hof hier niet onder.

Het Hof acht aannemelijk dat de Heffingsambtenaar destijds inzake (ii) de gegevens over de KOUDV-factoren die beschikbaar waren, in het taxatieverslag heeft verstrekt.

De onderbouwing van de indexeringspercentages (iii) valt niet onder het bereik van de toezendplicht van artikel 40, lid 2, Wet WOZ.

Artikel 40, lid 2, Wet WOZ, is niet geschonden, concludeert het Hof.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
7 mei 2024
Rolnummer
23/415
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:3213
NLF-nummer
NLF 2024/1226
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina