Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak oordeelt Hof Den Haag dat de Heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een crèche/peuterspeelzaal per waardepeildatum 1 januari 2020 niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Stichting X (belanghebbende) is huurder van de onroerende zaak.

X stelt dat zij recht heeft op vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn ten aanzien van de bezwaar- en beroepsfase. Volgens X heeft Rechtbank Den Haag ten onrechte geoordeeld dat zij geen spanning en frustratie heeft ondervonden omdat zij de vordering op immateriële schade in de machtiging bij voorbaat heeft gecedeerd aan de gemachtigde.

Dit betoog slaagt. Op dit punt is het hoger beroep gegrond. Er is in casu geen reden om geen schadevergoeding wegens de onredelijk lange duur van de procedure toe te kennen. X heeft recht op een schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn (in bezwaar) met twee maanden. In hoger beroep is de redelijke termijn niet (verder) overschreden.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
31 juli 2024
Rolnummer
23/675
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1383
NLF-nummer
NLF 2024/1960
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0007119&artikel=17&lid=3,bwbr0007119&artikel=17&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid