Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 66,80, bestaande uit € 1,50 aan parkeerbelasting en € 65,30 aan kosten ter zake van de naheffingsaanslag. Op de betreffende parkeerlocatie in Dordrecht was de maximale parkeerduur veertig minuten naar een tarief van € 1.

X heeft beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld.

Hof Den Haag oordeelt dat voor X de verplichting bestond om voor de eerste veertig minuten parkeren op de parkeerlocatie parkeerbelasting op aangifte te voldoen en dat zij niet was gehouden om ook voor de tijd daarna parkeerbelasting op aangifte te voldoen. Over de tijd na de maximale parkeerduur van veertig minuten kan niet worden nageheven, omdat artikel 20 AWR de mogelijkheid tot naheffing beperkt tot de belasting die op aangifte behoort te worden voldaan maar niet is betaald (vgl. HR 11 maart 2022, 21/00853, ECLI:NL:HR:2022:346, NLF 2022/0545, met noot van Froentjes).

Het Hof vermindert de naheffingsaanslag tot € 66,30 en veroordeelt de Heffingsambtenaar in de proceskosten van X ten bedrage van € 2.060.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
3 juli 2024
Rolnummer
23/896
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1308
NLF-nummer
NLF 2024/1876
Aflevering
13 augustus 2024
bwbr0002320&artikel=20,bwbr0002320&artikel=20,bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina