Direct naar content gaan

Samenvatting

Verwijzingszaak HR 17 februari 2017, 16/01006, ECLI:NL:HR:2017:249, NLF 2017/0426, met noot van Hageman.

De Inspecteur heeft aan de dga (X; belanghebbende) van een bv een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 opgelegd. Hij stelt dat in 2007 een stamrecht is prijsgegeven. De Inspecteur heeft de waarde van de stamrechtaanspraak tot het loon gerekend.

Volgens Hof Den Haag had een aanzienlijke afname van de stamrechtverplichting in de aangifte vpb van de bv aanleiding moeten zijn voor een nader onderzoek. Daaraan heeft het Hof de conclusie verbonden dat de Inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan. Op die grond heeft het Hof de navorderingsaanslag vernietigd.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de stukken van het geding geen andere conclusie toelaten dan dat de gegevens uit het (digitale) dossier IB/PVV van X de Inspecteur geen aanleiding behoefden te geven het (digitale) dossier vpb te raadplegen. Van een ambtelijk verzuim is daarom geen sprake.

De zaak was verwezen naar Hof Amsterdam om de geschilpunten te behandelen waaraan Hof Den Haag niet is toegekomen.

Het verwijzingshof acht niet aannemelijk gemaakt dat vóór het jaar 2007 (al dan niet bedoeld) stamrechtuitkeringen zijn gedaan. Het gaat ervan uit dat X in 2007 een stamrechtuitkering heeft ontvangen van € 5.950. Aangezien op grond van de in 1991 gesloten overeenkomst de eerste stamrechtuitkering in 2007 zou moeten worden gedaan en er in 2007 nog een deel van de uitkering is uitbetaald, ligt het voor de hand te veronderstellen dat het besluit geen verdere uitkeringen te doen in dat jaar is genomen, en de aanspraak derhalve in dat jaar is prijsgegeven. X bewijst niet dat dit anders is. Er bestaat voorts geen grond de aanspraak niet te belasten omdat deze niet voor verwezenlijking vatbaar was. Het verwijzingshof concludeert dat de Inspecteur de waarde van de stamrechtaanspraak overeenkomstig de wettelijke bepalingen tot het inkomen uit werk en woning over het jaar 2007 heeft gerekend en dat de waarde van die aanspraak niet tot een te hoog bedrag is bepaald.

De Hoge Raad heeft op 08-02-2019 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 17/04210)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
27 juli 2017
Rolnummer
17/00129
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3737
NLF-nummer
NLF 2017/2242
Aflevering
28 september 2017
bwbr0002471&artikel=19b&lid=1,bwbr0002471&artikel=19b&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina