Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(4)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(4)

Samenvatting

In deze WOZ-zaak is in hoger beroep in geschil of de Heffingsambtenaar de toezendplicht van artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft geschonden en of X (belanghebbende) daarom recht heeft op vergoeding van gemaakte proceskosten.

Als grond voor de stelling dat de toezendplicht is geschonden, voert X uitsluitend nog aan dat de onderbouwing van de verstrekte indexeringspercentages niet tijdens de bezwaarfase is verstrekt.

Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt met betrekking tot de onderbouwing van de indexeringspercentages dat deze niet onder het bereik van de toezendplicht van artikel 40, lid 2, Wet WOZ vallen (Hof Arnhem-Leeuwarden 23 april 2024, 21/1504, ECLI:NL:GHARL:2024:2837, r.o. 4.14 en 4.15) en dat X met de door de Heffingsambtenaar verstrekte gegevens zeer wel in staat moet zijn geweest om de juistheid van de waardebeschikking te kunnen (laten) controleren.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
17 september 2024
Rolnummer
24/160
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5944
NLF-nummer
NLF 2024/2206
Aflevering
1 oktober 2024
bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid